Je zou Eric in het kamp moeten kunnen terugvinden. Maar daar zou je hem niet terugvinden. Eric zat in het noorden. Het noorden, waar een deel van de soldaten vandaan kwam, maar waar de oorlog nog niet erg hard te zien was. Hij nam aan dat ze zich er wel mee bezig hielden, maar je zag het niet. Als mensen uit de toekomst deze oorlogen gingen bestuderen, zouden ze zich raad moeten weten met het noorden dat zich relatief afzijdig hield, het zuiden waar er redelijk weinig mensen waren die het ook echt kon schelen. En oost en west dat er dan weer wel in verwikkeld was. Bespottelijk eigenlijk. Goed, Eric begon zich af te vragen wat je aan militair inzicht had, als het zo simpel voor de bewoners was om zich bezig te houden met feestdagen godbetert. Fééstdagen. Sowieso, ze begonnen er vroeg mee. Dat was toch pas over een paar maanden? Het was onzin dat ze dat deden. Verspilling van de moeite. Een huiselijk gevoel creëren in het midden van een oorlog leek hem een vrij onmogelijke opdracht. Ah, wat maakte het ook uit? Feestdagen. Bespottelijke ideeën van bespottelijke figuren. Een korte omschrijving van de essentie van feestdagen. Gelul over vrede en wederzijds respect door commercieel directeuren, die hoopten op een verhoogde omzet.