Het was een wonder dat haar schoenen nog niet vol zaten met steentjes terwijl ze al zo vaak de grond in werden getrapt in een poging om de koffers naar binnen te krijgen. Twee stonden er al, nu de rest nog. Ze was al bijna op de helft. Hadden ze haar niet dichter bij de deur af kunnen zetten? Hadden ze haar niet even kunnen helpen? Geen enkel normaal mens kon in zijn eentje vijf loodzware koffers over een grindpad slepen, wat behoorlijk tegenwerkte, en ze vervolgens normaal de trap op krijgen. Het was al een moeite voor haar om ze binnen te krijgen. Ze begon al buiten adem te raken toen ze de derde eindelijk binnen had gekregen. Die laatste zou gelukkig nog makkelijk zijn, dat was maar een kleine trolley. Misschien moest ze die eerst meenemen, dan had ze in ieder geval een pauze. Toch bedriegt schijn, zelfs dat kleine ding was ontzettend zwaar. Wat had ze er wel niet in gestopt? Lood? Een gorilla misschien? Ze wist het niet meer. Ze dacht dat ze er kleren in had gestopt maar dit leek wel onmogelijk. Toch kreeg ze deze sneller binnen dan de rest en kon ze al snel aan de laatste beginnen. Dat was een tegenslag, deze was nog zwaarder als de eerste drie. Het kostte haar net zo veel moeite om de eerste, die vanaf nu de op één na zwaarste was, twee meter te verplaatsen dan om deze een meter vooruit te krijgen. Toch, na een lange tijd kreeg ze het eindelijk voor elkaar. Alle koffers stonden binnen. Ze liet zich op ééntje vallen om een pauze te nemen. De mensen hier waren behoorlijk behulpzaam. Niet dus.