Neuriënd liep Hannah door de gang. Ze was onderweg naar haar slaapkamer, haar schoenen stonden er nog. Ja, Hannah was zonder haar schoenen aan te trekken vertrokken vanmorgen. Gelukkig had ze wel sokken aan, anders zou het wel erg koud zijn. En Hannah hield niet zo van kou, maar ze hield wel van meer dingen niet. Ze stopte met lopen toen ze een meisje zag zitten, tegen de muur aan. Haar hoofd hing ze lichtjes naar de zijkant. Wie was dat? Hannah wist het niet, vandaar dat ze nu voorzichtig op het meisje afliep - je wist maar nooit wie je hier tegen kwam - en een paar meter van haar af stil bleef staan. 'Hallo,' zei ze zacht.