Toen de avond viel werden alle vogels stil. Er was geen geluid meer te horen in het bos waar een paar uren geleden nog bosnimfen op een toverachtige melodie rond hadden gedanst. Hun haren vol bladeren hadden vrolijk op de wind gewapperd terwijl hun voeten in een bepaald ritme de grond raakten. Op de plek waar nu een kleine spin bezig was aan haar web had een bijzonder jonge nimf gezeten. In haar haren zaten korenbloemen gevlochten en in haar ogen speelde een vonk. Haar blik had een jonge man gevolgd, wiens knappe gezicht omlijst was met zwart haar. Zijn lichaam bewoog zich sierlijker dan je je voor kon stellen. Niet alleen de ogen van het jonge nimfje waren op hem gericht. Nimfen die veel ouder waren, en tot afschuw van de jonge nimf ook veel meer rondingen hadden, liepen naar hem toe en trokken hem mee in hun wilde dans. De jonge nimf die op had willen staan ging met een kort zuchtje weer zitten op het stukje omgevallen boom waar ze de hele dag al op gezeten had. Ze zag haar dagdroom waarin ze samen met de donkere jongeman in de rondte danste voor haar ogen uiteen spatten, als een zeepbel.
Daar, hoog in de boom, waar een uil zich nu nestelde, had een man van middelbare leeftijd gezeten. Hij had iets te diep in het glaasje gekeken. Zijn vrouw was er met een andere nimf vandoor gegaan. En dat was niet zomaar iets. Nimfen bonden zich voor het leven. De man wierp een blik naar beneden, op de dansende nimfen. Zijn oog viel op zijn dochtertje. Wat was ze toch mooi. De mondhoeken van de dronken man krulden zich een stukje omhoog toen hij haar blik volgde. Hij had het wel door gehad, hoor. Zijn dochter had een oogje op een jongeman. Helaas wist ook hij dat de gevoelens van jonge mannen anders werkten dan die van jonge meisjes. Bij die gedachte moest hij meteen weer denken aan zijn vrouw. Een zachte, wanhopige kreun ontsnapte uit zijn mond.
Ondertussen onder de boom had de jonge nimf al haar moed bij elkaar geraapt. Ze stond op en drukte haar klam geworden handpalmen tegen haar jurk terwijl ze met onzekere stapjes naar de jongeman toe schuifelde. Haar blik was op de grond gericht terwijl ze de knappe nimf met trillende stem vroeg of hij wilde dansen. Hij glimlachte warm naar haar, greep haar bij haar pols en begon te dansen. Vanuit boven in de boom kon de vader van het meisje het geluk voelen. Iedereen voelde het. Alle nimfen die aanwezig waren, ook de goedgevormde nimfen die eerder al met de jongeman bezig waren geweest, staarden nu naar het danskoppel dat te midden van hun allen in het rond zwierde. Het meisje had een brede lach op haar gezicht, waardoor de jongeman ook moest lachen.
Het bos was vredig in slaap gevallen, na al het jonge geluk wat zich die avond had ontpopt. De nimfen waren weer bomen in veranderd. Alleen als je vaker in het bos geweest was, en erg goed keek, kon je een verandering zien. Het kleine opbloeiende boompje dat altijd aan de rand van het bos gestaan had stond nu in het midden, beschermd door twee sterke, volgroeide bomen.
---------------------------------------------------------
Kritiek en commentaar pleaseeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee :d